Snij de spekjes in kleine blokjes en bak ze op een laag vuurtje in een koekenpan tot ze goed doorbakken zijn. Pas op dat de spekjes niet zwart worden.
Plet ondertussen de teentjes look en snij de kool in hele fijne sliertjes.
Laat de look kort bakken in het overgebleven vet en voeg nu ook de kool hieraan toe. Roerbak goed en voeg na een vijftal minuten het klontje boter toe.
Roerbak tot de witte kool helemaal klaar is.
Plaats de kool in een schaal en strooi de spekjes erbovenop.
Werk af met fijngesneden pijpajuin en de verkruimelde amandel- en walnoten toe. Kruiden naar smaak.
Smakelijk !
Notities
De hoeveelheden voor dit recept zijn voor 4 personen wanneer je dit wenst op te dienen als bijgerecht. Wil je dit recept serveren als lunch? Dan heb je waarschijnlijk iets meer nodig.